Pyreneeen, 2010
Printversie


(klik op de kaart voor vergroting)

Dag 1

Na anderhalf uur doemt een mooi graslandschap op uit de nevelen van de wolk waar we doorlopen. We zoeken een vlak plekje en zetten de tent op. Het is nog maar dik vier uur op de woensdagmiddag 14 juli 2010. Een lui begin van onze tocht door de Pyrenee?n.

Gisteren zijn we met de eerste boot van Terschelling vertrokken en vervolgens met de trein naar Lourdes gereisd waar we om 23:35 aankwamen. Na wat omzwervingen door de stad, het is nog een drukte van belang, vinden we de camping terug waar we 5 jaar geleden ook hebben gestaan.

Vandaag hebben we een bus gezocht richting Gavernie. Bij de kiosk waar ze busexcursies verkopen, kan dat alleen morgen. Vandaag gaat er wel een bus naar Pont d?Espagne. Ook mooi in de bergen, dus dan daar maar heen. We hebben nog een uurtje de tijd om wandelkaarten te zoeken. Maar, oh jee, het is quatorze juillet: de nationale feestdag. Alle winkels gesloten. Gelukkig is dit Lourdes en de heilige Bernadette en Maria zijn er verantwoordelijk voor dat er toch nog een librairie catholique open is met de juiste kaarten. Zo raken we om 13:45 in de bus met 50 dagjesmensen en rollen er anderhalf uur later met zijn allen half misselijk uit bij Pont d?Espagne. Onze arme medepassagiers moeten straks ook nog anderhalf uur terug. Wij zijn echter heerlijk fris letterlijk in de wolken en na korte tijd de dagjesmensen al weer kwijt. Onze derde wandeltocht door de Pyrenee?n is begonnen, bijna op de plek waar we de vorige keer zijn gestopt.

Dag 2

We hebben het mooiste weer van de wereld en heel veel bergen voor ons, dus we kunnen alle kanten op. Eerst maar wat Zuid-West richting Spanje. Ook in deze contreien is het een koud voorjaar geweest met nog veel late sneeuwval. Al gauw komen we dan ook de eerste sneeuw tegen. Onderaan een sneeuwhelling kiezen we al weer redelijk vroeg ons bivak. We hebben tenslotte vakantie en ons gestel moet ook weer even wennen aan lichamelijke inspanning en geestelijke ontspanning. We oefenen ons nog een beetje in het ski?n op schoenen en beklimmen ?s avonds een naastliggend bergtopje. Evenals alle volgende dagen kruipen we om 10 uur ?s avonds in de slaapzak: het wordt dan te donker om te lezen.

Dag 3

Vandaag klimmen we gestaag door, van zo?n 2000 meter naar ongeveer 2300 meter. De weg voert langs een paar kristalheldere bergmeren (Lac du Pourtet en Lac Nere). Dan pikken we de HRP-route op en kamperen aan Lac de Cambales. Door de langsdrijvende wolken verandert het zicht ongeveer ieder kwartier van een paar meter tot helemaal helder. We zitten nog in het ?Park National des Pyrenees? waar officieel niet gekampeerd mag worden. Desondanks staan we uiteindelijk met nog zo?n 5 andere tenten bij dit meer. Later horen we dat kamperen boven 2100 meter wel is toegestaan. Zijn we voor de verandering toch nog legaal bezig.

Dag 4

Spanje staat nu op het programma. Het is nog een pittige klim om Col de Cambales te bedwingen. Hele stukken moeten over sneeuw worden afgelegd. Een misstap doet Rinske spontaan weer 50 meter naar beneden roetsjen. Van het lachen ga ik ook bijna. Na de bergpas dalen we langzaam weer af tot we de grens met Spanje bereiken. Daarna gaat het vrij steil naar beneden en belanden we uiteindelijk in vlakke grazige valei, dooradert met verschillende riviertjes. De valei wordt bevolkt door koeien, marmotten en een paar andere tentjes. Wij zoeken ook een mooi rustig stekje.

Er zijn dit jaar heel veel marmotten. Wij zien op enkele tientallen meters afstand steeds ??n door het gras lopen en dan weer een hol in duiken. Hij blijkt een aantal holen gemaakt te hebben. Waarschijnlijk om snel te kunnen vluchten voor roofvogels. Ze halen daarmee heel wat overhoop, vergelijkbaar met de mollen bij ons.

Dag 5

De schoenen moeten even uit om een riviertje over te steken. Daarna hebben we een mooie wandeling langs een groot stuwmeer: Embalso de Respomuso. Achter de stuwdam, die we moeten oversteken, ligt de onvermijdelijke dorre rivierbedding: de prijs voor de ?Witte Steenkool?.

Gelukkig komen al spoedig diverse nieuwe waterstromen van de bergen en een paar kilometer verder begint het alweer wat op een rivier te lijken. Na een draai naar het zuiden vinden we wat open plekken in het bos, waar we ons tentje naast de rivier opzetten. Temidden van een weelde aan bloemen. Een cirkel met de straal van een paar meter is genoeg om een heel herbarium te vullen! We geven onszelf een uitgebreide wasbeurt want morgen komen we weer onder de mensen.

Dag 6

We worden (te) laat wakker omdat we in de schaduw van bomen staan. Daardoor lukt het niet echt om voor de middaghitte en de si?sta Sallant de Gallego te bereiken. Toch is de kleine winkel nog net open om wat noodzakelijk aanvulling op ons eten in te slaan. Het blijft bij brood, kaas en een paar appels. Voor lekkernijen is geen tijd want de si?sta gaat voor. Goed voor ons voornemen wat magerder te worden, slecht voor het humeur van Rinske.

We moeten ook nog een half litertje benzine hebben voor ons kooktoestel. Omdat er geen benzinepomp in het dorp is lift ik naar een pompstation 7 km verderop. Binnen drie kwartier ben ik heen en terug: dat kon beroerder. We nemen nog een frisje op een terras en lopen dan weer in de hitte bergopwaarts. Een dalletje is leuk, maar niet op het heetst van de dag. We pakken een stippeltjesroute (niet of slecht gemarkeerd) naar het oosten. Na een 2 uur durende, vermoeiende klim door moeilijk begaanbaar terrein, met de pest in, komen we weer bij een riviertje, waar we even later een redelijk plekje voor de tent vinden. Het humeur gaat daarmee ook weer de goede kant op.

Dag 7

Er staan geen duidelijke hoogtes op onze kaarten, maar vandaag staat een klim van ongeveer 1700 meter naar 2700 meter op het programma. Het begint in bos en weiland langs de rivier. We zien nog een slang van 60 a 70 cm onder een steen kruipen (achteraf lijkt dit waarschijnlijk een Aspisadder te zijn). Als het bos plaats maakt voor stenen wordt het terrein steiler. Dik boven de 2000 meter kruisen we een oud pad wat zich heel mooi horizontaal om naar het noorden om de berg slingert. Wij klimmen echter verder omhoog. De flora is weer fantastisch: bloemen met onpeilbaar blauwe, gele, rode en witte kleuren. In de berg aan de overkant van een kloof waarschijnlijk het hol van een beer. Boven de bergtoppen wordt een lammergier achterna gezeten door een stel kraaien. De lucht begint aardig donker te worden en als we al redelijk dicht bij de pas zijn moet het regenpak voor het eerst eventjes aan. Uiteindelijk komen we bij een tweetal meren aan: Ibones de Pondiellos. Een koude aanblik, want ze liggen bijna helemaal dicht met sneeuw en ijs. Op een vlak stukje grond, 10 meter boven het meer, zetten we onze tent op. De lucht klaart aanvankelijk weer op. We eten en lezen nog wat in het zonnetje en Rinske beklimt nog een topje. We bedenken dat we de hele dag geen mensen hebben gezien. Als het bedtijd is begint het in de verte te rommelen en weerlichten. We liggen nog maar net in de slaapzak als het bij ons losbarst. Het blijft urenlang hangen met enorme donderslagen, flitsen en slagregen. Spectaculair, maar niet bevorderlijk voor de nachtrust.

Dag 8

Dan is er toch weer de zon in de morgen. Heerlijk. Een uurtje klauteren brengt ons naar Collados de Pondiellos. Daarna weer het grote afdalen. Het eerste deel bestaat uit sneeuw en we vinden het rugzakroetsjen uit. Zittend op de rugzak met de banden als teugels en de hakken in de sneeuw om te remmen en te sturen. Dat schiet lekker op: liep de sneeuw maar door tot in het dal. Beneden ligt Banos de Panticosa: een oerlelijk hoteldorp met enorme moderne, pompeuze en luxe hotels. Het is een hele afdaling, slopend voor voeten en knie?n. In een hoekje van het dal vinden we de refuge waarop we ons deze keer willen trakteren. Geen onverstandige beslissing. Het onweer komt namelijk terug en deze keer duurt het van ?s avonds 7 uur tot ?s morgens 10 uur.

Tegen de avond bekijken we het ?dorp? nog even. Er staan nog vervallen oude gebouwen die vroeger prachtig moeten zijn geweest. We gaan er een binnen en dat blijkt een soort sanatorium/badhuis te zijn geweest. In de refuge hangt een oude foto van Banos de Panticosa uit vroeger jaren: ook veel hotels, maar stijlvol en passend in de omgeving. De eigenaar van de refuge spreekt er met tranen in de ogen over: de mooie gazonnen, gebouwen, lanen met bomen ... Alles in een paar jaar tijd weg door de macht van het geld. ?s Avonds hebben we een heerlijk diner in de refuge met flesje wijn en gezellige gasten. Het is niet erg druk. Met 5 personen slapen we heerlijk op een 8 persoonskamer.

Dag 9

Steeds verlaten mensen de refuge, maar ze krijgen dikke plensbuien over zich heen. Rond half 11 horen wij bij de laatste vertrekkers. Toch moet het regenpak al heel gauw weer aan. De gevolgen van de overvloedige regen zijn overigens niet ongemerkt gebleven. De baas van de refuge waarschuwde de gasten al dat een paar wandelroutes onbegaanbaar waren door de gezwollen beken en rivieren. We kunnen dat met eigen ogen constateren: het beekje wat door het dorp loopt is nu een wild stromende rivier geworden waar je bijna bang van wordt. Onze route loopt echter over een ronding van de berg en we hebben dus geen last. Gaandeweg klaart het op. Wij kiezen weer voor de ongemarkeerde stippeltjes-route. Deze keer vinden we helemaal geen gebaande paden en klauteren onze eigen weg over de pas Collado de Bachias. De beloning is weer een prachtig bergkom aan de overzijde met kampeerplekjes te over.

Dag 10

Tijdens de afdaling zien we een groep van 9 gemzen. Als ze ons zien gaan schieten ze met onvoorstelbare snelheid over de hellingen. Prachtig gezicht. Iets lager moeten schoenen en broek uit om een gezwollen rivier over te steken. Daarna komen we weer op de meer gebaande paden van de GR11. Het gaat allemaal naar beneden en we leggen vandaag een record afstand af. We belanden in San Nicolas de Bujarouelo: een camping, een refuge en een gebouw met onduidelijke bestemming. We zetten onze tent op op de camping. Daarna drinken een groot glas bier in de refuge want vanwege de harde wind is op de camping bijna niet te verkeren. Veel tenten zijn ook al in elkaar gewaaid. In aangenaam gezelschap van een Belgisch echtpaar uit Brussel gebruiken we het diner ook in de refuge. Het goede leven.

Dag 11

We ontbijten met vers brood: ik heb gister in de refuge 4 (stok-)broden besteld, dus we hebben weer even voorraad. We vertrekken al voordat de zon in het dal is aangekomen. We zitten dan ook achter een hoge bergketen. Het is een mooie route. De hoofdroute buigt al snel af naar het oosten (Gavernie), maar wij gaan naar het Noorden. We lopen een stukje langs een rivier die nog duidelijke sporen vertoont van het vele water van de afgelopen dagen: een metalen brug die helemaal met grote stenen is volgestort en midden in de rivier ligt. We kunnen de rivier echter gemakkelijk zonder brug oversteken en lopen door weilanden omhoog via een zee van geel: een soort brem. Het is een vrij zware klim naar boven, maar de beloning is een prachtig kraterachtig meertje, Ibon de Bernatuero, net voor de grensovergang naar Frankrijk. Aan dit meertje zitten nog een paar fransen te hengelen. Ze hebben nog wat gevangen ook, alleen kleine visjes. Wat die beesten op deze hoogte hebben te zoeken is een raadsel: het meertje heeft helemaal geen uitgang naar een riviertje of zo. Meteen na het meertje ga je de pas over naar Frankrijk. Dan kom je in een lieflijke valei met gras, koeien en kampeerplekjes te over. We hoeven dus niet lang na te denken.

Dag 12

Het was weer een frisse nacht, want we zitten nog op grote hoogte. Van tevoren weten we eigenlijk niet wat we gaan doen, maar gaandeweg wordt het doel de refuge Bayssellance. Na de aanvankelijke afdaling komen we langs het meer Ossoue. Ook hier zien we een verwoestte brug die inmiddels is vervangen door een nieuw exemplaar. De weg naar de refuge is lang en stijl. Hoog in de bergen kijken we nog even in een paar grotten die als schuilhut kunnen worden gebruikt. Iets verderop een grote gletsjer. Dik 5 uur komen we bij de refuge aan, maar oh: wat een drukte. De vraag: ?hebben jullie een plaatsje voor de nacht?? levert het voorspelbare antwoord op: Complet! We mogen wel mee eten en de tent bij de refuge opzetten. Het is hier knap koud en winderig. We besluiten dus maar om verder te gaan. Na een korte klim begint weer een afdaling. We zullen naar de volgende refuge, maar al heel gauw komen we een heerlijk kampeerplekje tegen. Dus maar weer het tentje opgezet. Op zo?n 2300 meter hoogte: koud maar erg mooi.

Dag 13

We staan vlak langs de route en om 8 uur lopen de eerste gekken al voorbij. Tegen negen uur is de zon bijna bij het tentje aanbeland: een geschikt moment om de tent uit te kruipen. Het is al een drukte van belang met wandelaars. In plaats van de Vallee de Gaube pakken we er nog een colletje bij langs een stippeltjes-route: Col d?Arraille. Dat is vast rustiger hopen we. Mooie route, totaan refuge d?Estom. Dan wordt het weer heel erg druk. We steken dus de rivier over en vinden weer een prachtig eenzaam plekje om te kamperen in ?the wild?.

Dag 14

Een klein stukje en we lopen in dezelfde voetsporen als 5 jaar geleden. Ook toen zijn we gestopt in Cauterets. Dat doen we ook nu, maar we zoeken nu nog een camping voor de nacht. Het wordt een kleine gezellige camping. We koken een eigen potje met de inkopen die we vanmiddag hebben gedaan. Uiteraard met een flesje lekkere wijn.

Dag 15

Rond het 13:00 verlaten we de camping. Om 13:30 gaat de bus naar Lourdes. Daar parkeren we de rugzakken tegen een kleine vergoeding in Cafe du Gare tegenover het station. Dan gaan we nog even lekker toerist spelen: we bezichtigen uitgebreid het Chateau Fort Musee Pyreneen Lourdes. Dat was er de vorige keer niet van gekomen en is beslist de moeite waard. Na het diner in een restaurant met uitzicht op processiegangers wordt het tijd het station weer op te zoeken (valt nog niet eens mee). Om 22:18 stappen we in de slaaptrein en na de nodige overstappen zijn we de volgende dag om 17:00 weer thuis. Wat gaat dat allemaal weer snel...